04-11-2012 | Kleur & Cultuur
Als ik dit schrijf, zit ik in het vliegtuig. Ik kom terug van drie weken China. Waar de Chinezen wonen die er op los smakken, slurpen, scheten laten, rochelen en het resultaat daarvan op straat tuffen. En gelijk hebben ze. Je eten smaakt veel lekkerder als je smakt, je soep beter als je slurpt, scheten inhouden voelt niet fijn en iedereen heeft weleens een prop in de keel die verholpen zou kunnen worden door een flinke rochel, die op zijn beurt weer in een sierlijke boog op straat getuft dient te worden. Waarom zouden we doen alsof dat niet zo is en dat dan beschaving noemen? Ja, Chinezen maken graag geluid. Naast het slurpen, smakken, rochelen en ruften, lachen en praten ze vrijwel constant en als ze zich afvragen of er ergens een echo is, dan testen ze dat door heel vaak heel hard te schreeuwen. Als ze dingen verkopen, dan zijn dat spullen waarbij je kunt smakken of slurpen of het zijn voorwerpen die zelf geluid maken. Die laatste categorie prijzen zij aan door dit geluid constant te maken. Een goede strategie, want wie wil er nou geen plastic kip dat een geluid maakt alsof het verkracht wordt wanneer je erin knijpt? Het fijne aan China is dat wanneer je dit geluid van de verkrachte kip vanuit het niets midden op straat imiteert, niemand raar opkijkt. Heerlijk toch, die vrijheid. Je mag ook gewoon staren naar iemand die je er opvallend uit vindt zien, zoals een blanke. Als die dan naar je terug gaat staren, in de hoop dat je beschaamd je ogen neerslaat, voel je – helaas...read more