Als je net als ik de 30 gepasseerd bent, zul je vast moeten erkennen dat je niet meer tot diep in de nacht kunt feesten. Wil je dit wel volhouden, ga dan in de dagen eraan voorafgaand een uurtje eerder naar bed of doe een middagdut. Vooruitslapen helpt namelijk om beter tegen slaaptekort opgewassen te zijn. Vijf feiten en fabels over slaap.
1. FEIT: Als je een korte nacht tegemoet gaat, doe je er goed aan om vooruit te slapen.
Uit onderzoek is gebleken dat je beter tegen slaapgebrek kunt als je in de periode ervoor ruim voldoende slaap hebt gehad (bron). In dit onderzoek werden vrijwilligers in twee groepen gesplitst. De ene groep (de vooruitslapers) mocht een week lang extra veel slapen; de andere groep moest zijn gebruikelijke slaappatronen volgen. De week erna werden allebei de groepen ernstig uit hun slaap gehouden: ze mochten maar drie uur per nacht slapen. Daarna moesten ze allerlei tests doen. De vooruitslapers bleken het stukken beter te doen op die testen.
Doe er je voordeel mee: als je net als ik de 30 gepasseerd bent, zul je vast moeten erkennen dat je niet meer tot diep in de nacht kunt feesten. Wil je dit wel volhouden, ga dan in de dagen eraan voorafgaand een uurtje eerder naar bed of doe een middagdut.
2. FABEL: Acht uur achter elkaar slapen zit in onze natuur.
We kennen allemaal de heilige acht uur slaap: elf uur in bed, zeven uur op. Klinkt volstrekt natuurlijk. Maar volgens dit artikel sliepen onze voorouders van voor de industrialisering twee keer per nacht. Ze gingen in de winter (als het vroeg donker is) al aan het begin van de avond naar bed en waren midden in de nacht een paar uur wakker. Dat leiden de onderzoekers af uit oude bronnen, bijvoorbeeld doktersverslagen, waarin gesproken werd van “de eerste en de tweede slaap”.
Nog fascinerender is het onderzoek dat begin jaren negentig aantoonde dat als proefpersonen een paar weken achter elkaar niet weten hoe laat het is en het daglicht vergelijkbaar is met midwinter, ze dan ook twee keer per nacht gaan slapen. Proefpersonen in een experimentele situatie met kunstmatig daglicht gingen gedurende een periode van twaalf uur eerst vier of vijf uur slapen, waren dan een paar uur wakker, en sliepen nog een keer drie of vier uur. In totaal dus ook ongeveer acht uur.
Doe er je voordeel mee: raak niet gefrustreerd als je tussen 2 en 4 een tijdje wakker ligt. Realiseer je dat je voorouders ook wakker zouden zijn en gebruik die tijd om na te denken over een ingewikkeld probleem op je werk, of over je toekomstplannen, of over je voorouders. Of pak er een boek bij. En ga de avond erna om negen uur naar bed om de verloren uren in te halen.
3. FEIT: Terwijl je slaapt sla je kennis op.
En dat geldt niet alleen voor theoretische kennis – goed slapen nadat je voor een tentamen geleerd hebt, helpt je de kennis op te slaan – maar ook voor praktische kennis: als je een volledige nacht slaapt tussen het aanleren van een nieuwe techniek en het uitvoeren ervan dan is die uitvoering 20% beter dan wanneer je niet of niet goed geslapen hebt (bron). Sterker nog, als je alleen maar dénkt dat je goed geslapen hebt, presteer je al beter (bron).
Doe er je voordeel mee: inkoppertje, maar ga vroeg naar bed de avond voor een belangrijke moeilijke klus. Misschien slaap je niet goed van de zenuwen, maar hoe langer je in bed ligt, hoe meer je uiteindelijk geslapen hebt.
4. FABEL: Kleine kinderen die elke nacht wakker worden hebben een slaapprobleem.
Het mag misschien zo lijken alsof jonge ouders slechts een paar maanden gebroken nachten hebben, in de praktijk worden ze nog jarenlang wakker van hun kinderen. Gemiddeld genomen dan. Hier zijn een paar statistieken:
– Bij 6 maanden slaapt 16% van de baby’s de hele nacht door (bron)
– Bij 12 maanden heeft 50% ’s nachts hulp nodig van de ouders om weer in slaap te komen (bron)
Interessant is het verschil tussen culturen. Hier in het westen is de doorslaapvraag heel belangrijk en willen veel ouders hun kinderen leren doorslapen. Ik kreeg de vraag “En, slaapt ‘ie al door?” al toen mijn zoontje een paar maanden oud was. Terwijl in Sri Lanka bijvoorbeeld kinderen tussen de 2 en 3 jaar nog gemiddeld 3 keer per nacht wakker worden om bij hun moeder te drinken (bron). Mijn zoontje is tweeënhalf en drinkt geen moedermelk meer, maar er zijn genoeg nachten dat hij drie keer wakker wordt en troost nodig heeft om verder te slapen. Of ik niet moe ben? Jawel hoor, maar ik pak alles bij elkaar voldoende slaapmomenten. En voel me enorm uitgerust als ik eens een keer acht uur non-stop heb geslapen.
Doe er je voordeel mee: verwacht niet te veel van je baby maar ga in de acceptatiemodus en maak het jezelf zo makkelijk mogelijk. Dan is het een stuk minder vermoeiend. En voor je het weet lig je ’s nachts wakker omdat je je puber om 2 uur thuis verwacht.
5. FEIT: De “after-lunch-dip” bestaat echt
Volgens deze site voelen we ons van nature moe op twee verschillende momenten per etmaal: rond 2 uur ’s nachts en rond 2 uur ’s middags. Deze natuurlijke vermoeidheid zou de klassieke ‘after-lunch-dip’ veroorzaken. Het is dus niet de maaltijd zelf, maar onze biologische klok: rond twee uur ’s middags wordt onze klok even gelijk gezet om weer klaar te zijn voor de rest van de dag (bron).
Doe er je voordeel mee: geef toe aan dit dipmoment. Als je je eigen tijd kunt indelen, kun je even twintig minuten gaan slapen na de lunch. En ga in de middagpauze even naar buiten. Daglicht helpt je biologische klok goed te zetten.