Een gordijnverkoper met een mening over hoofddoekjes

Een gordijnverkoper met een mening over hoofddoekjes

Tags:

Het is een zonnige ochtend en mijn mannelijke metgezel en ik kopen gordijnen. Dat is voor ons geen alledaagse activiteit, en we zijn enigszins overdonderd door de hoeveelheid aan keuze en het ingewikkelde maatsysteem. Gelukkig is de verkoper op de markt heel vriendelijk en legt hij prima uit waarom we het door ons gekozen gordijn beter twee en een half keer kunnen zomen dan dubbel. Wij geloven hem.

hoofddoek2Hij vertelt dat hij veel reist; laatst was hij op een beurs in België, hij is ook veel in Frankrijk. Geïnteresseerd luisteren wij naar zijn verhalen, want veel van het leven van de gemiddelde gordijnverkoper is voor ons nog onbekend terrein.

“Laatst was ik nog in een stad in Frankrijk, vlakbij de kust. 70% van de bevolking daar is Noord-Afrikaans. En ik zal je vertellen, ik heb er geen één hoofddoekje gezien. Waarmee ik maar wil zeggen,” zegt hij, terwijl hij zich samenzwerend naar ons toe buigt. “Het kán dus wel.”

Ik ben enigszins in verwarring gebracht. Niet alleen door de plotselinge verandering in het gespreksonderwerp, maar ook door zijn woordkeus. Wat bedoelt hij met ‘het kan dus wel’? Dat het mogelijk is om zonder hoofddoekje rond te lopen? Dat weet toch iedereen, dat dat kan? De vraag is niet of dat tot de reële mogelijkheden behoort, maar of je het wilt of niet. Alleen heeft men in Frankrijk niet altijd het recht zich die vraag te stellen. Is dat wat hij bedoelt, dat je het dus prima kan verbieden? Met andere woorden: waar wacht de Nederlandse regering nog op?

Waarom denkt die man dan dat ik om een effectief verbod op hoofddoekjes zou geven? Wat interesseert mij het nou wat iemand op zijn hoofd zet?

En; ziet hij niet dat twee meter van ons verwijderd gewoon een vrouw loopt met een hoofddoek op?

Terwijl mijn hoofd zich verontwaardigt, maak ik me zorgen over de weerstand die ik voel om aan die verontwaardiging toe te geven. Ik voel de verleiding om iets te mompelen als “jaja, het is me allemaal wat”, af te rekenen, mijn gordijnen van de man weg te grissen en de markt te verlaten alsof ik er nooit geweest ben. Hoe gemakkelijk zou dat zijn…

Maar hé zeg, roept mijn hoofd weer. Je gaat je hier toch niet zo lafhartig vanaf maken! Dit is juist waar het misgaat en oorlogen beginnen!

Ik kijk weer naar de gordijnverkoper. Hij lijkt zich niet bewust van het dilemma waar hij ons zojuist voor heeft geplaatst, omdat hij er waarschijnlijk vanuit gaat dat wij hem helemaal snappen.

“Ach, wat zou het,” zegt mijn mannelijke metgezel. “Ik heb er geen last van.”

“Nee, ik ook niet,” zegt de gordijnverkoper vlug. “Maar ze doen zo hard zaken hè, zo harteloos.”

“Nou ja, dat kan ik ook doen hoor,” zegt mijn vriend grijnzend. “Jij hebt nou wel die stof voor mij afgeknipt, maar ik kan nu ook nog zeggen dat ik die prijs toch niet wil betalen en dan ben jij mooi de sjaak. Dat weet je nooit van tevoren, dat kun je niet aan mijn hoofd zien!”

Hij lacht erbij om het luchtig te houden. De gordijnverkoper lacht ook. En ik ook, al is het vooral uit een zekere opluchting.

 photo credit: Ranoush. via photopin cc