Het kan zo bevrijdend voelen, rennen alsof je nog kind bent, gewoon omdat je daar zin in hebt. Of omdat je snel op je bestemming wilt zijn. Of gewoon, omdat het kan. Als kind renden we van hot naar haar, waarom doen we dat nu niet meer? Zijn we te oud en serieus geworden voor zulke belachelijke uitspattingen?
Op een gegeven moment in ons leven stoppen we ermee bepaalde dingen te doen. Ik vraag me af waarom, want in mijn geval leek het me eigenlijk energie te geven én ik had de energie er ook vóór. Ik dacht laatst eens aan rennen. Zo hard als je kan, om zo snel mogelijk op de plek van bestemming te komen.
Toen ik klein en jonger was, speelde ik met mooi weer buiten en zocht regelmatig vriendinnetjes op die in de buurt woonden. Als er dan gegeten moest worden, rende ik snel naar huis om netjes op tijd te zijn en als het dan heel erg mooi weer was, wilde ik ook weer snel terug naar buiten. Verder spelen met de buurtkinderen met een volle maag. Nooit last van gehad als ik daar zo over nadenk. Ook dat is nu anders, maar dat is een ander onderwerp.
Zo gauw ik dus permissie had om van tafel te gaan, sprong ik op en rende ik als een wervelwind naar het vriendinnetje. Het was drie straten verder en ik was er dus in een wip.
Het was zo makkelijk, ik dacht er niet over na en ik kan me ook niet herinneren helemaal buiten adem te zijn toen ik aankwam. Toen ik wat ouder werd en wat verder weg kon en mocht om vriendinnetjes te zien, ook in de avonduren, sprong ik op de fiets en vloog in volle snelheid naar de plek van bestemming. Daar naartoe waar in real-life gesocialized werd met andere kinderen.
Waarom wordt nu we volwassen zijn zo gauw gezegd dat we te gehaast zijn, ongeduldig en gestrest als we ergens vliegensvlug naartoe willen en op een drafje door de stad lopen of fietsen? Toen we klein waren vertelden alleen onze ouders dat we eens rustig moesten doen. Maar daar bleef het bij.
Dus we kunnen best nog eens gek doen en de benen onder onze kont uit lopen of fietsen, omdat we daar zin in hebben en omdat we er energie van krijgen. Alleen doen we het niet. Niet alleen omdat we bang zijn dat we vreemd nagekeken zullen worden, maar omdat we niet de juiste schoenen aan hebben. We dragen van die vrolijke pumps met hakken, of zijn echte waaghalzen en gaan zelfs de straat op met stiletto’s. Daarbij komt nog dat we altijd en tas bij ons hebben, vaak lukt het ons alleen een kleine versie, oftewel clutch, mee te nemen als we een avondje uitgaan, maar zelfs tijdens het uitgaan slepen we vaak een te grote tas mee die veel te vol zit met allerlei onnodige rommel. Just in case. Lekker praktisch, behalve voor het trekken van een sprintje.
We zijn er dus niet meer op gekleed. We lopen niet elke dag fulltime op gympen en dragen geen spijkerbroeken waar gaten in gevallen mogen worden.
Maar er is nog iets anders! In mijn geval dan. Als ik een flinke sprint trek – op de fiets of met de benenwagen – begin ik na een klein, verwaarloosbaar poosje te zweten. En als iets uit den boze is heden ten dage is het wel hijgend arriveren op je afspraak met zweetplekken. Of zweet dat na drie minuten na aankomst uit je lijf begint te sijpelen, omdat het even tijd nodig lijkt te hebben gehad om na de inspanning zijn weg naar buiten te kunnen vinden.
Lastig, want soms heb ik gewoon zin om te rennen. Dan heb ik ineens een energieboost, maar geen zin en tijd om écht te gaan sporten. Ik probeer binnenkort wel weer eens te huppelen, eens kijken wat dat voor effect heeft. Dat is toch niet te kinderachtig en hippie?
photo credit: jenny818 via photopin cc