Indrukwekkend boek; Pil van Mike Boddé

Is een cabaretier met een depressie grappig? Nee. Het is treurig, heel treurig. Maar Mike Boddé heeft zoveel talent dat het hem is gelukt om een indrukwekkend boek te schrijven over zijn depressie. Gevuld met treurige momenten, maar ook met veel humor.

In 1991 won Mike samen met Thomas van Luyn het Groninger Studenten Cabaret Festival én het Amsterdams Kleinkunst Festival. Ze werden door het hele land geboekt en hun shows ontvingen veel goede kritieken. Reden genoeg om gelukkig te zijn, toch?

Nee.

Mike was moe, futloos en negatief. Gelukkig was hij vaak te moe om negatief te zijn, want hij kon de hele dag door slapen. De eerste arts die hij bezocht, dacht dat hij een depressie had, maar kwam uiteindelijk tot de conclusie dat Mike ME (Chronisch vermoeidheidsyndroom) had. Hij kreeg geen medicijnen, maar moest er maar mee ‘leren leven’. Aldus zocht hij zijn heil in het alternatieve circuit. Speciale kruiden, handopleggingen, pillen, astrale boodschappen, candida, zuurdesem, niets was hem te dol. Tot bleek dat niets hielp en hij toch weer het reguliere circuit in ging om hulp te zoeken.

Zijn huisarts schrijft hem Seroxat voor en in eerste instantie lijkt dat te werken. Hij is niet meer moe, hij is extravert en positief, actief en assertief. Het nadeel is echter dat hij steeds slechter gaat slapen en angstaanvallen begint te krijgen. Op een nacht is de angstaanval zó heftig dat hij subiet besluit te stoppen met zijn medicatie. Diezelfde dag belt zijn hospita zijn ouders en al snel zijn ze bij hem. Ze pakken zijn spullen in en nemen hem mee terug naar zijn ouderlijk huis, waar hij vanaf dat moment blijft wonen.

Ook komt hij eindelijk in contact met een goede psychiater, die hem eigenlijk op wil laten nemen vanwege de ernst van zijn depressie. Mike weigert, dus gaan ze aan de slag met cognitieve gedragstherapie. Deze therapie helpt maar een beetje, want het focust zich op positief denken en zaken anders bekijken. Iemand met een ernstige depressie (zoals Mike) kán niet positief denken. De therapie vordert mondjesmaat en hij gaat naar een andere arts en hij krijgt Anafranil voorgeschreven. Na zeer donkere en ellendige jaren gloort er eindelijk licht aan de horizon; Mike kruipt langzaam uit zijn depressie, dankzij de Anafranil.

Hij gaat weer op zichzelf wonen, wordt weer verliefd en begint weer te werken. Kortom, hij functioneert eindelijk weer.

Mike Boddé is in mijn ogen een held. Omdat hij pijnlijk eerlijk over zijn strijd heeft geschreven. Ook al vinden we onszelf in Nederland heel erg open minded en taboedoorbrekend, zaken als depressie, opnames en medicijnen worden toch niet erg open besproken. Wat dat betreft is dit boek taboedoorbrekend. Dit verhaal en hoe het is opgeschreven, kan je onmogelijk níet raken. Tijdens het hoogtepunt (dieptepunt?) van zijn depressie overlijdt zijn broer en dit maakt zijn verhaal nog zwaarder.

Toch vond ik het fijn om te lezen. Het is een hoopvol verhaal. Een verhaal over vallen, opstaan en weer doorgaan. Plus, het is ook best grappig om te lezen, ook al verwacht je dat niet. Daarom krijgt ‘Pil’ van mij vier van de maximaal vijf roze kogels.

Mike, bedankt!