Heb een hekel aan uw naasten

We staan op het punt om weg te gaan als de bel gaat. We wonen in een flat dus ik loop richting de intercom. “Ja?” roep ik al kortaf, omdat ik ergens een donkerbruin vermoeden had wat ik kon verwachten. “Goedemorgen, met Chantal. Ik wil u vragen of u denkt dat er ooit een einde komt aan geweld.” Ik was even stil, voelde eigenlijk een tirade opkomen, maar het meisje kon er ook niets aan doen. “Nee, er komt nooit een einde aan geweld, en nu hang ik op.” zei ik snel. Ik ben niet gelovig, althans ik geloof niet in de God die men mij wil verkopen. De bijbel is ooit geschreven door een mens, en ik ben absoluut niet van plan om iemands hersenspinsels op welke manier dan ook te aanbidden. De mens is immers niet perfect, hé? Dat heeft niets met opvoeding te maken, ik werd volledig vrij gelaten in mijn keuze al dan niet ergens in te geloven. In eerste instantie had ik ook weinig tégen het geloof, leven en laten leven. “God is liefde”, hoorde ik vaak van een Christelijk basisschool vriendinnetje. De laatste jaren merk ik echter dat kwetsende opmerkingen, dwingende verboden en ernstige discriminatie vanuit het geloof mij steeds meer dwars gaan zitten. Sterker nog, mijn kookpunt was afgelopen week bereikt. Het begon natuurlijk met de briljante opmerking van Van der “vrouwen worden zelden zwanger van verkrachting” Staaij. Shocking, walgelijk, misselijkmakend. Hij baseert deze uitspraak op een achterhaald Amerikaans onderzoek uit de jaren ‘80! Inmiddels weten we dat de SGP een prehistorische gedachtegang heeft over de rol van vrouwen in de samenleving,...read more

Het Peter Pansyndroom

Ik lijd aan het, persoonlijk ontdekte, Peter Pansyndroom. Dit is een volledige, niet ge-googlede en zelfreflecterende diagnose. Lang heb ik er over nagedacht, het geprobeerd te negeren en zelfs te genezen. Maar deze bijzondere aandoening verdient een naam. En erkenning. Ik ben er echter ook achtergekomen dat de, naast dat het erfelijk is (mijn moeder, 57, heeft er ook last van) , kans op genezing nihil is. Het Peter Pansyndroom is het beste te omschrijven als “In je gedachten niet ouder willen en kunnen worden dan een kind van twaalf, en daar ook nog van genieten” Het moment dat ik me voor het eerst realiseerde dat ik aan deze afwijking leed was ik 15, misschien 16 jaar. Er was een vriendinnetje blijven slapen na het uitgaan. Ik zette ’s ochtends de TV aan op Cartoon Network en de gefronste wenkbrauwen van mijn vriendin gaven mij het benauwde gevoel dat ze er zojuist toch achter was gekomen dat ik met haar vriendje had gezoend. Gelukkig was dat niet het geval. De werkelijke reden voor haar verontwaardigde portret volgde namelijk al snel: “iiiieeeewww, kijk jij nog tekenfilms?” “uuhm, ja, jij niet dan? Leuk, toch?” “ Nee DUH, tuurlijk niet. Dat is voor kinderen, trut. Zet eens even gauw op TMF, dit kan écht niet hoor. Tssss…” Uiteraard elimineerde ik haar als vriendin, wat dacht ze wel niet? In mijn huis, nota bene! In de jaren daarna verdween mijn voorliefde voor tekenfilms niet. Sterker nog, de agenda’s en etuis met Hello Kitty en andere cute printjes op kleding zoals konijntjes en eenhoorns bleven aan de orde en ik ging steevast na het...read more