Onderweg naar België luister ik naar Studio Brussel. Dat is gezellige radio, waar ze ook niet vies zijn van een beetje goede muziek. Maar niet alleen de muziek is leuk. Ook de taal. Nou ja, dat is gewoon Nederlands natuurlijk, maar met fijne, kleine, enórm grappige details. Ik ben dol op Belgen, hun uitspraken en hun letterlijke vertalingen uit het Engels.
Zo kwam mij plots, via mijn speakers in de auto, ter ore, dat je ‘het maar heel even in de microgolf moet zetten’. Ik dacht, hey, dat woord ken ik ergens van. Maar die gedachte kwam pas, nadat ik eerst dacht dat het om een autoreclame ging. Maar de ‘golf’ van microgolf betreft natuurlijk, dat weet ik ook heus wel, de letterlijke vertaling van ‘wave’ in microwave. In Nederland zegt men magnetron. Doorgaans. Ik heb weinig van mijn kennissen ooit horen zeggen dat zij even iets in de microgolf gingen ontdooien. Of opwarmen. Nooit eigenlijk. Terwijl het logischer is dan de magnetron.
De dag dat ik iemand hoorde vragen waar het pissijn was, kreeg ik gewoon de slappe lach, op een aardige, ‘wat ben jij leuk creatief!’ manier. Ik dacht dat diegene even niet op het woord kon komen en daarom iets verzon dat voor hem logisch te verklaren was. Zoals mijn broer als kind sprak over ‘regen-heen-en-weer-gaandertjes’, omdat hij niet zo snel op het woord ruitenwissers kon komen, zo dacht ik dat deze man pissijn had bedacht. Maar pissijn is gewoon een Vlaams woord voor urinoir.
Ik ben dus gek op verschillende uitspraken van Belgen. Maar vooral op hun letterlijke vertalingen. In Nederland ga ik met mijn auto gewoon naar de dealer, voor een winterbeurt. Of om een auto te kopen, waarvan ik via een radioreclame heb gehoord dat het een goede moet zijn. In België wordt men via de lekkermakende reclames niet naar de dealer gelokt. Geen flitsende reclame uitingen. ‘Go to your Mercedes dealer now!’ ‘Ga nu razendsnel naar uw Citroëndealer voor dit unieke aanbod en u krijgt één ruitenwisser cadeau’. Schreeuw, flits, interessant en niet te vergeten, very international you know.
Maar niet in België. In België zegt men in de reclame dat je voor meer informatie, of om gewoon eens gezellig kennis te maken, langs mag komen bij de Volvo verdeler. De verdeler! Hoe lief is dat! Bij de autodealer, verdeler dus, verdelen ze natuurlijk ook auto’s. Je moet ze wel betalen, of dat doet de werkgever, maar verdeeld wordt er. Als je naar de dealer gaat, denk je daar niet eens over na.
Dus ik ga nu rap mijn Renault verdeler bellen, om een afspraak te maken om winterbanden op mijn auto te laten plaatsen. Ik zie vaak op tegen uren wachten bij de dealer, maar nu ik naar die lieve verdeler ga, vind ik het ineens een heel gezellig uitje. En met een beetje geluk duurt het niet al te lang, rij ik weer veilig naar huis, waar ik wellicht nog iets in de vriezer heb liggen, dat ik na het bezoek aan mijn verdeler in de microgolf ga opwarmen. Dan wordt het, zolang ik het pissijn niet hoef te kuisen, zeker en vast een plezante dag!