Freud en het surrealisme

Freud en het surrealisme

Tags:

Op het moment doe ik onderzoek naar de grondslagen van het surrealisme. Bijzonder snel kom je dan bij Sigmund Freud terecht, wiens psychoanalyse en droomduiding van enorme invloed zijn geweest op deze stroming. Over kunst had hij beter zijn mond kunnen houden, maar de beste man heeft toch eigenlijk hele zinnige dingen gezegd.

freudseurreAndré Breton was de grondlegger van het surrealisme en legde zijn ideeën vast in zijn ‘Manifeste du Surrealisme’. Hij was erg onder de indruk van Freuds droomanalyse. Ons onbewuste, onze onderdrukte wensen en dromen, werd de basis voor de werkwijze van de surrealisten. We moesten onze rede, ons gezond verstand, vooral niet de overhand laten krijgen en intuïtief te werk gaan. Onze dromen werden gezien als een glimp van de manier waarop een hele andere, alternatieve wereld werkt: de wereld van ons onbewuste. In surrealistische schilderijen werd veelal ‘de vrijlating van het onbewuste’ gedemonstreerd, wat leidde tot droomachtige, vervreemde en verwarrende beelden.

Freud omschreef dromen als de vervulling van onderdrukte wensen. Onze dromen laten boodschappen uit ons onderbewustzijn naar boven komen. Trauma’s, fantasieën, onderdrukte emoties, alles drijft in onze dromen naar de oppervlakte. Wat opmerkelijk is, is dat Freud van zo’n grote invloed was op een kunststroming, maar hier zelf ontoereikende opvattingen over had. In een brief aan Breton schreef hij ooit dat hij van het surrealisme, net als van kunst in het algemeen, maar weinig begreep. Toch schreef hij jaren voor het surrealisme ontstond, een essay over kunst als wensvervulling.

Net als in dromen, gaat in kunst, in het creatieve proces en de vervaardiging van het werk, een wens in vervulling. Ook een kunstenaar kent, net als alle andere mensen, onderdrukte wensen, fantasieën en driften. Het verschil met andere mensen is alleen dat de kunstenaar dit weet om te zetten naar kunstwerken. Waar mensen hun heil zoeken in een fantasiewereld, kan de kunstenaar vanuit deze fantasiewereld weer terugkeren tot de realiteit en hier uitdrukking geven aan zijn wensen of dromen. Eigenlijk best een mooi idee, ware het niet dat Freud de onderdrukte wensen en dromen van de kunstenaar omschrijft als rijkdom, macht, beroemdheid en mooie vrouwen.

Naast dat Freud hier de mist ingaat wat betreft het inschatten van de innerlijke drijfveer van de kunstenaar, denk ik ook niet dat (het maken van) kunst om een bepaalde wensvervulling gaat. Macht, geld en vrouwen zijn geen drijfveer voor een kunstenaar. Als dat werkelijk zo zou zijn, zouden er tegenwoordig niet veel kunstenaars meer over zijn. Macht, geld en vrouwen is geen voorwaarde voor het maken van kunst en al helemaal niet iets dat je zomaar vervaardigt aan het einde van je proces. Ook gaat het in kunst niet om het vervullen van wensen. Uiteraard kan een kunstwerk een droom uitdragen, maar het doel is niet deze in vervulling te laten gaan, noch om de dromen van het publiek in vervulling te laten gaan.

Dit proces is te abstract en te ambigu. Ik denk dat de kunstenaar zijn opvattingen wil uitdragen, uitdrukking wil geven aan zijn eigen gedachten en gevoelens, om de toeschouwer iets nieuws te bezorgen. Niet dat hij puur werkt vanuit een onderdrukt streven naar rijkdom, beroemdheid, macht en vrouwen, of pogend zijn wensen, en die van zijn publiek, in vervulling te laten gaan. Waar zijn droomduiding de grootste invloedfactor was voor het surrealisme, had hij zelf te weinig begrip van kunst er werkelijk iets zinnigs over te zeggen.

Toch heeft Freud ook veel dingen onderzocht en ontdekt waar we wél wat mee kunnen. Ik denk dat zijn droomduiding een goede basis is geworden voor het begrijpen van onze dromen, maar ook van wat daar nog onder ligt: onze onderdrukte wensen, fantasieën, weggedrukte emoties en trauma’s. Freud stelde dat als die weggedrukte emoties en trauma’s niet door de rede beheersbaar zijn, oftewel heimelijk verzeild zijn geraakt in ons onbewuste, psychische problemen worden die uiteindelijk hun uitweg zullen vinden in lichamelijke klachten. Na een felle kritiek te hebben geschreven in mijn onderzoek op Freud’s analyse van de kunsten, moet ik hem op dit vlak toch wel de credits geven. Zeker als ik zijn analyses aan den lijve ondervind.