Hnnng. Afgelopen week heb ik een beetje mijn snor gedrukt met als gevolg dat ik nu het hele weekend moet werken. Ik moest namelijk potentiële adverteerders mailen, leuke nieuwe columnschrijfsters informeren over hun werkzaamheden voor PiBu, het gebruikelijke huishouden doen en sociale dingen met mensen. Ik heb geen van allen gedaan, want zodra ik thuis kwam van m’n werk verdween ik. Maandagavond maakte ik namelijk de fout om te beginnen aan een vuistdikke roman, die ik met veel pijn en moeite weg kon leggen. De titel van deze log verraad het al; ik was weer compleet bevangen door de wondere wereld van meesterschrijver Haruki Murakami.
Allemaal de schuld van de Nieuwe Revu, die vlak achter elkaar twee recensies plaatste van boeken van Murakami en deze -geheel terecht- beloonde met vijf sterren. Hierdoor begon alles weer te kriebelen en voor ik het wist zat ik midden in de wereld van Kafka Tamura, Oshima, mevrouw Saeki, Hoshino en de wonderlijke Nakata.
Net als in HBWEHEVDW lopen er in ‘Kafka op het strand’ twee verhalen door elkaar, die in een briljant plot samenkomen.
Het verhaal begint met de 15-jarige Kafka Tamura die van huis wegloopt, gesteund door De jongen die Kraai wordt genoemd. Hij weet niet waarom, maar hij heeft besloten naar het eiland Shikoku te vertrekken, alwaar hij voor de eerste paar dagen een hotel heeft gereserveerd, daarna ziet hij wel waar hij overnacht. Eenmaal op Shikoku aangekomen, vindt hij al snel zijn draai en ontmoet een aantal wonderlijke mensen die hem helpen met zijn queeste. Eigenlijk is Kafka een gewone jongen, maar de diepgang van zijn gedachten maakt hem een wonderlijke vijftienjarige, ook al heeft hij net als elke andere puber bij vlagen last van hormonen die een compleet eigen wil lijken te hebben en soms zijn plannen in de weg sturen.
Het enige wat Kafka wil, is zien te ontkomen aan de voorspelling die zijn nare vader hem jaren geleden deed, ook al weet hij dat het zijn lot is. Toch kan hij niet voorkomen dat zijn vader wordt vermoord, zijn zus verkracht en hij verliefd wordt op zijn moeder – die is weggelopen toen hij amper vier jaar oud was.
Tegelijkertijd volgen we het verhaal van de wonderlijke Nakata, een man op leeftijd die een bizar jeugdtrauma nooit helemaal te boven is gekomen. Door dat vreemde ongeluk kan hij niet meer lezen en schrijven en is zijn geheugen compleet gewist. Nakata wordt dan ook als erg dom beschouwd, en voor het gemak legt hij dat zelf meteen uit aan mensen. Helemaal alleen op de wereld, heeft hij toch een belangrijke taak. Door het bizarre ongeluk heeft hij een bijzonder talent ontwikkeld en dankzij dit talent is hij de beste kattenspeurder in heel Tokyo. Als hij op zoek is naar de verdwenen lapjeskat Sesam, komt hij opeens in een bijzonder lastige en bloederige situatie terecht. Na dit voorval besluit hij te vluchten naar het eiland Shikoku, al weet hij niet zo goed waarom. Omdat hij niet kan lezen en schrijven is reizen lastig, maar gelukkig wil de jonge vrachtwagenchauffeur Hoshino hem wel een stukje op weg helpen. De twee worden uiteindelijk goede reismaatjes en maken de meest vreemde dingen mee.
‘Kafka aan het strand’ telt 639 pagina’s en dat is verdomd jammer. Toen ik het boek uit had voelde ik me enerzijds goed omdat ik eindelijk wist hoe het verhaal afliep, maar anderzijds rot dat het over was. In deze roman maakt Murakami gebruik van klassiekers om zijn verhaal te vertellen. De oplettende lezer had het Oedipuscomplex al herkend, maar er is ook een belangrijke rol weggelegd voor Beethoven en verschillende grote schrijvers worden regelmatig geciteerd (mede doordat een groot deel van het verhaal zich in een bibliotheek afspeelt). Ook er is ruimte voor modernere klassiekers, zoals Johnnie Walker, die een ordinaire kindermoordenaar blijkt te zijn, Disney en Colonel Sanders, die de beste seks voor je kan regelen die je wilt.
Ook in deze roman komen weer allemaal zaken voor die compleet niet ‘normaal’ zijn, maar Murakami weet het allemaal weer zo te brengen, dat zelfs de meest bizarre voorvallen aannemelijk en logisch worden. Ook al is het een dik boek met een verhaal waar veel in gebeurt, Murakami gebruikt geen woord te veel en alles wat hij vertelt is van belang voor de verhalen van Kafka en Nakata. Wederom is Murakami er in geslaagd om je in de harten en zielen van zijn hoofdpersonen te laten kijken en weet hij je mee te sleuren in zijn wondere wereld. Het verhaal bevat verschillende lagen en ik denk dan ook dat elke lezer er iets anders uit haalt. Mede daarom is dit boek geschikt voor iedereen en een echte aanrader.